Volledig verrast door weer een margedag van Spruit, gooide ik tijdig mijn laptop aan de kant om met hem wat leuks te doen en naar de kapper te gaan. We moesten even wachten op een bejaard echtpaar voor ons. Oma was wat eerder klaar en ging boodschappen doen. Opa kreeg orders om bij de kapper op haar te wachten, anders moest ze hem straks zoeken. Gezellig, dacht de oude baas, even kletsen met de klanten. "Is dat uw kind?" Ik nam een hap lucht om antwoord te geven, maar opa ging door met zijn praatje pot: "Of is het uw kleinkind?" Zo! Lummel. Die was tegen het zere been. Ik wenste hem in stilte staar aan beide ogen en moest de beleefdheid uit mijn tenen trekken.
Na de nodige panne met onze auto in Nederland, diverse reparaties en dus een allerlaatste check bij de garage, reden wij op een zaterdagochtend goedgemutst richting Frankrijk. Dat was het idee althans, want na iets meer dan 200 kilometer gaf de auto er de brui aan. Iets met oliedruk dit keer. Verslagen stonden we in de verzengende hitte bij een Belgische vangrail. Onwetend nog van de marathon die we moesten afleggen om onze tocht voort te kunnen zetten. Een sleepdienst bracht ons naar een desolaat stukse België waar in de wijde omtrek de totale leegte ons bij de keel greep. Tegenover de garage zat alleen een frietkot en wij vroegen ons nog af waarom in hemelsnaam op deze verlaten plek. Het antwoord volgde; uuuuuuren later. Dus... Toen we nog steeds op dezelfde plek stonden. Beide Pubers hadden intussen natuurlijk trek en staken de weg over voor wat frituurvoer. Voor de liefhebbers: je kunt hier dus een frikandel van 35 centimeter bestellen. Hoe! Ranzig! Echtgenoot voerde intussen...
Reacties
Een reactie posten