Doorgaan naar hoofdcontent

What the fuck...

Moe van de vertraagde tocht naar het Zuiden, had ik direct geen puf om de camping op me in te laten werken. Kwam ook omdat het hier zo snotverziekend heet was dat we eigenlijk alleen van het zwembad naar de zee strompelden en geen boeh of bah konden uitbrengen. Lamlendig van de warmte liet ik de sanitaire inspectie achterwege en lag ik voor dood in de schaduw te zweten. Eenmaal bijgekomen schrok ik: wc’s zonder bril! Überhaupt naar het toilet is een dingetje. Daarbij een stagnerende stoelgang die op vakantie altijd op de loer ligt. Ik wil maar aangeven, het is al genoeg gedoe. Maar met je billen boven een dun stukje porselein met schaamharen en druppels van een voorganger hangen... Er zijn echt grenzen aan wat ik aankan! De redding bleek het tweede toiletgebouw waar goddank wel wc-brillen op de pot zaten. Niet dat dat per se schoner is, maar voor ‘t idee. Plus dat je een bril makkelijker kunt ‘aftapen’ met pleepapier.


Waarom?!

Tweede deceptie was de ontstellende hoeveelheid mieren. Ondanks afgesloten kratten leek het alsof Moeder Mier elke nacht een paar honderd kindermiertjes hoogstpersoonlijk op onze kampeerplek ter wereld bracht. En die kleine miertjes komen dus óveral bij, kwam ik achter. En waarom juist in míjn kratten, emmerde ik. Echtgenoot gaat in de regel vooral niet mee in mijn klaagzangen. “We zitten buiten lief, dat heb je nu eenmaal.” Maar nadat we de muesli uit de afgesloten krat weg konden kieperen omdat het mierengrut erin zat te snoepen, stelde hij zijn mening bij. Het waren er inderdaad wel erg veel.


Wat?!

Autopech. Vertraging. De hitte, de mieren, de wc’s: het verbleekte bij wat me nog te wachten stond. Ik lag amechtig in een stoel te puffen toen Echtgenoot een kreet uit de tent stootte. Nog voor hij kon vertellen waarom, zag ik een reuzenrat naar buiten schieten. EEN! RAT! What the fuck? Zo’n smerig beest dat godbetert mijn katoenen paleis uit sprintte. In negen jaar kamperen nog nooit meegemaakt. Met zijn vieze pootjes over mijn hertenslaapzak gelopen? Aan mijn kleren gesnuffeld? God verhoede dat die linkmiegel ergens in mijn tipi gescheten heeft! De paniek vloog me naar de strot. Nu lig ik dus als een waakse hond te luisteren naar elk verdacht geluidje. Gisteravond nog vloog ik van mijn luchtbed toen ik wat meende te horen. Zonder bril sloeg ik met een handdoek als een bezetene om mij heen. De kids sliepen door alle kabaal heen. Onbegrijpelijk. Het bleek loos alarm: Echtgenoot stond te rommelen buiten bij de tent. En vond dat ik buitenproportioneel reageerde. Nog vier dagen mensen... dan gaan we naar huis. Een schoon toilet en geen ongedierte. Ik vraag echt niet veel.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Wachten en wegwezen...

Na de nodige panne met onze auto in Nederland, diverse reparaties en dus een allerlaatste check bij de garage, reden wij op een zaterdagochtend goedgemutst richting Frankrijk. Dat was het idee althans, want na iets meer dan 200 kilometer gaf de auto er de brui aan. Iets met oliedruk dit keer. Verslagen stonden we in de verzengende hitte bij een Belgische vangrail. Onwetend nog van de marathon die we moesten afleggen om onze tocht voort te kunnen zetten. Een sleepdienst bracht ons naar een desolaat stukse België waar in de wijde omtrek de totale leegte ons bij de keel greep. Tegenover de garage zat alleen een frietkot en wij vroegen ons nog af waarom in hemelsnaam op deze verlaten plek. Het antwoord volgde; uuuuuuren later. Dus... Toen we nog steeds op dezelfde plek stonden. Beide Pubers hadden intussen natuurlijk trek en staken de weg over voor wat frituurvoer. Voor de liefhebbers: je kunt hier dus een frikandel van 35 centimeter bestellen. Hoe! Ranzig! Echtgenoot voerde intussen...

Loodzware loodjes...

Met ineens twee pubers op de middelbare was het afgelopen jaar best een dingetje. Voor ons, wel te verstaan. Grote puber ging naar gymnasium 3 en kleine puber sleepte zich vol weerstand naar de brugklas. Waar de oudste altijd stijf staat van de zenuwen, is de jongste geheel gevrijwaard van stress. Juist dat geeft  ons extra kopzorg, maar dit terzijde. Standaard kwam kleine puber vaak opgewekt thuis met zijn perceptie van een toets: Het. Ging. PRI-MA! Die laatste twee vragen; daar had hij jammer genoeg geen tijd meer voor gehad. Bij vraag vier had hij de berekening een beetje | een beetje? | fout. Vraag drie was hij niet helemaal zeker van. En | jemig | vraag zeven was echt belachelijk, want dat was stof die ze niet hadden hoeven leren. Maar, overall: "Het ging dus PRI-MA!" Lol In weerwil van mijn voornemen, scrolde ik het afgelopen jaar in tweevoud als een bezetene door Magister. Met vier proefwerkweken | x twee, is dus acht op de Schaal van Ouderparticipatie! | en tus...

Wat een drive...

Zoals peuters het woord 'Neeheee!' elke dag stampvoetend bezigen, ligt bij pubers het 'Jahaaa, zohooo...' in  de mond bestorven. Ik heb er thuis twee. Plus een echtgenoot die in stilte hetzelfde denkt | en doet | en dat schiet allemaal niet op natuurlijk. Ik draag het moedig, maar wennen zal het nooit. Draai ik op de avond van terugkomst al minimaal drie wasmachines, de heren in Casa Edison vliegen na de vakantie naar WiFi en PlayStation en vlijen zich vervolgens neer op de bank. En denk ook niet dat ze halverwege kunnen stoppen met een spel op de PS. Ik vraag het weleens, maar wordt dan weggehoond door twee verontwaardigde kinderen. Nog erger is het als ik met de stofzuiger voor de tv langs loop: "Nu ben ik 'dood', omdat jij ervoor stond mam!" Data Anders wordt het als een puber zelf iets wil. Dan komt er ineens een voortvarendheid voor de dag waar je u tegen zegt. Zo had kleine Puber het op zijn heupen met voetbalspullen. Nog voor vertrek slaagd...