Een paar feiten vooraf. Voordat we gelijk al heibel in de tent hebben. Alle clichés over vrouwen en voetbal zijn op mij niet van toepassing. Dat durf ik met een gerust hart te zeggen. Ik sta elk weekend langs de kunstgras zijlijn om mijn voetballende kindergrut te supporten. Behoudens kou en regen heb ik daar bovendien ook nog eens plezier in (Waarom is het seizoen eigenlijk altijd voorbij als de thermometer 'fijn-langs-de-lijn' aangeeft?). Ik ben geen moeder die haar kind met gierende banden afzet bij de trainingen. Nope, elke week present. En hé, vraagje. Welke profvoetballer rondde een academische opleiding af? Nou... Graeme Rutjes. Keje Molenaar ook trouwens. Nee, over voetballers en studeren gaan we verder geen flauwe grappen maken. Oh en dan nog dit, ik weet toevallig ook wat buitenspel is!
Casa Edison
Toen echtgenoot mij pas had leren kennen, belde hij op een avond eens spontaan bij me aan. Bijna was hij flauwgevallen bij de voordeur, want ik keek naar een voetbalwedstrijd op tv. Na een mobiel consult met de familie kreeg hij het dringende advies "dit meissie maar te houden." Aldus geschiedde. We zijn inmiddels een voetballende en een keepende zoon (plús vrij uitgebreid Ziggo-sportabonnement) rijker. Mij hoor je niet klagen. In Casa Edison zijn wij trouwens fan van Ajax. Daar kun je wat van vinden of niet, maar ik zeg altijd maar zo "ieder zijn cluppie". Wij zijn niet zo 020-blind dat we een andere club het licht niet in de ogen gunnen. Iedere Nederlandse voetbalvereniging die weer een ronde Europees voetbal overleeft, krijgt onze welgemeende en warme support. Voor een wonderschoon doelpunt hebben wij oprecht waardering.Lelijk?
Dit gezegd hebbende, moet me toch wat van het hart. Na een klein voetbaltoernooitje ging ik vorige week nog even met mijn bloedjes de stad in. Paar boodschappen en daarna lunchen, gezellig. Oudste zoon trots in zijn nieuwe PSG-tenue, jongste in zijn Ajax-outfitje. Nou snap ik best dat een Amsterdamse uitrusting wat gevoelig kan liggen in het Haagse, maar moet je serieus als volwassen vent een kind snerend afbekken dat hij een lelijk tenue aan heeft. En dat was niet de eerste keer. Tegen een ventje van 10. Zoonlief had buiten gehoorsafstand nog gefluisterd dat "die meneer zelf lelijk was". Uit opvoedkundig oogpunt moest ik zeggen dat dat niet beleefd was. Mijn moederhart voelde dat anders. Tegelijkertijd dacht ik: zo moeilijk hoeft het toch allemaal niet te zijn? Iedereen die in een ooievaarspak naar het Kyocera gaat, wens ik veel plezier toe. De Kuip vind ik een heroïsch stadion waar passie en hartstocht in elke grasspriet voelbaar zijn. Een speelkameraadje op de camping ging een dag eerder naar huis om de eerste thuiswedstrijd van FC Twente bij te wonen. Mooi toch? Jongste zoon is inmiddels zo ver dat hij zijn tenue bijna niet meer durft te dragen buiten de deur "omdat ze dan weer lelijke dingen gaan roepen". Daarom een bescheiden oproep van een soccer mom deze keer. Laat kinderen hun dromen nog dromen. Dat ze allemaal profvoetballer worden. Bij Ajax. Feyenoord of FC Barcelona. Laat ze hun slaapkamertjes behangen met posters van Milik. Manu of Messi. En het shirtje van hun idool (uit)dragen. Het is máár voetbal jongens. Een groen veldje, een bal, 22 spelers en 90 minuten. Sgè ùit, niks om heibel over te krijgen.
Reacties
Een reactie posten