Doorgaan naar hoofdcontent

The battle...

Thuisgekomen van vakantie is mijn huis voor een aantal dagen omgetoverd tot het decor van 'Mijn leven in puin'. Er ligt een wasmachine-marathon te schreeuwen om aandacht in de gang, overal staan kratten, liggen spullen en struikel je over slaapzakken en kabels. Is op de heenreis alles behoorlijk doordacht bij elkaar geplaatst, op de terugweg geldt maar een regel: waar nog een gaatje is. En zo komt het dus ook uit de auto. Echtgenoot en ik - op vakantie vredig alle dagen passief doorbrengend - lopen daags na terugkomst een geheel eigen pad. Waar ik als een razende heks alles in 1 dag wil opruimen, vindt echtgenoot het bij voorkeur prima als alles nog even blijft liggen. Natuurlijk, hij is moe van de terugreis (hij rijdt het hele stuk, ik rij niet graag in 't buitenland). Begrijp ik. Maar toch. 


Fluks vs nurks

In de loop van de jaren hebben we elkaar halverwege gevonden in de 'fluks vs nurks'-battle. Je leert tenslotte leven met elkaars eigenaardigheden. Ik vraag hem niet gelijk om alles de volgende dag op te ruimen. Dat wekt, laten we het zo zeggen, 'wat lichte weerstand' op. En echtgenoot komt mij tegemoet door in ieder geval wel meteen de kampeerspullen in de bergruimte te stoppen (ik ben gek op deuren en lades die alles uit het zicht houden). Ook vraagt hij niet meer zuchtend "of er voor vandaag misschien al genoeg wasmachines gedraaid zijn". Als tegenprestatie mag hij de kratten met 'allerhande diversen' dan nog een paar dagen in de woonkamer laten staan. Voor wat, hoort wat tenslotte. Zo na een weekje vind ik dat ook wel weer genoeg en maan ik hem - voorzichtigheid is geboden! - om hier ook aan te beginnen. In principe is het nu zo dat na een dag of 14 alles weer voor en jaar opgeborgen is. 


Volgend jaar? 

Daarmee begint eigenlijk het volgende twistpuntje. Echtgenoot doet niets liever dan zich heel lang van tevoren bezig te houden met de vraag "waar zullen we volgend jaar naar toe gaan." Een van de weinige zaken waar hij graag ruim op tijd over nadenkt. Mij interesseert het helemaal niks waar ik me over een week of 50 bevind. Als mensen mij vragen waar ik naar toe ga, zeg ik: Frankrijk. Ja waar dan? Weet ik veel, ik stap in en zorg ik dat voldoende glamping-spullen bij me heb. En als de zon er schijnt, heb je aan mij geen kind. Maar goed, dit jaar moeten we er toch serieus vroeg over nadenken. Na vijf jaar vertoeven op een brocante zen-zonder-animatie-camping, hebben de kinderen zich dit jaar vol in het georganiseerde vertier gestort. We vrezen dat een camping zónder geen optie meer is. Maar hoe meer karaokebars, reusachtige zwemparadijzen en dagelijkse disco's op de website vermeld staan, hoe argwanender wij worden. Als echtgenoot dan ook nog plastic stoelen op de foto's ontwaart, is het helemaal een gedane zaak. Gek genoeg zijn de campings met veel plastic en vertier heel snel volgeboekt. Buren, een paar tenten verderop, reserveerden op de dag van vertrek al voor volgend jaar. Mijn hemel, zover vooruit denkt zelfs echtgenoot niet. We zoeken dus een camping ergens in Frankrijk met:

  • Veel rust, voor ons (om de passieve vakantieharmonie tussen echtgenoot en mij in stand te houden)
  • Veel animatie, voor de kinderen (bij voorkeur buiten ons gehoor- en gezichtsveld)
  • Veel zon (buiten mijn directe invloedsveld, maar het is een vereiste)
  • Grote plekken (mijn glamping-gevoel kwam dit jaar niet tot volle wasdom op de kleine plofkipplek)
  • Weinig buren (of in ieder geval leuke buren, ook goed)
  • In een dag aan te rijden (dus tot max 1.200 km)
  • Als we bovenstaande punten kunnen afvinken, dan redden we ons voor de rest wel. 

Tips zijn welkom. Graag adresseren aan de echtgenoot. Ik ben nog een tijdje bezig met wasjes draaien. 



Reacties

Populaire posts van deze blog

Wachten en wegwezen...

Na de nodige panne met onze auto in Nederland, diverse reparaties en dus een allerlaatste check bij de garage, reden wij op een zaterdagochtend goedgemutst richting Frankrijk. Dat was het idee althans, want na iets meer dan 200 kilometer gaf de auto er de brui aan. Iets met oliedruk dit keer. Verslagen stonden we in de verzengende hitte bij een Belgische vangrail. Onwetend nog van de marathon die we moesten afleggen om onze tocht voort te kunnen zetten. Een sleepdienst bracht ons naar een desolaat stukse België waar in de wijde omtrek de totale leegte ons bij de keel greep. Tegenover de garage zat alleen een frietkot en wij vroegen ons nog af waarom in hemelsnaam op deze verlaten plek. Het antwoord volgde; uuuuuuren later. Dus... Toen we nog steeds op dezelfde plek stonden. Beide Pubers hadden intussen natuurlijk trek en staken de weg over voor wat frituurvoer. Voor de liefhebbers: je kunt hier dus een frikandel van 35 centimeter bestellen. Hoe! Ranzig! Echtgenoot voerde intussen...

Loodzware loodjes...

Met ineens twee pubers op de middelbare was het afgelopen jaar best een dingetje. Voor ons, wel te verstaan. Grote puber ging naar gymnasium 3 en kleine puber sleepte zich vol weerstand naar de brugklas. Waar de oudste altijd stijf staat van de zenuwen, is de jongste geheel gevrijwaard van stress. Juist dat geeft  ons extra kopzorg, maar dit terzijde. Standaard kwam kleine puber vaak opgewekt thuis met zijn perceptie van een toets: Het. Ging. PRI-MA! Die laatste twee vragen; daar had hij jammer genoeg geen tijd meer voor gehad. Bij vraag vier had hij de berekening een beetje | een beetje? | fout. Vraag drie was hij niet helemaal zeker van. En | jemig | vraag zeven was echt belachelijk, want dat was stof die ze niet hadden hoeven leren. Maar, overall: "Het ging dus PRI-MA!" Lol In weerwil van mijn voornemen, scrolde ik het afgelopen jaar in tweevoud als een bezetene door Magister. Met vier proefwerkweken | x twee, is dus acht op de Schaal van Ouderparticipatie! | en tus...

Wat een drive...

Zoals peuters het woord 'Neeheee!' elke dag stampvoetend bezigen, ligt bij pubers het 'Jahaaa, zohooo...' in  de mond bestorven. Ik heb er thuis twee. Plus een echtgenoot die in stilte hetzelfde denkt | en doet | en dat schiet allemaal niet op natuurlijk. Ik draag het moedig, maar wennen zal het nooit. Draai ik op de avond van terugkomst al minimaal drie wasmachines, de heren in Casa Edison vliegen na de vakantie naar WiFi en PlayStation en vlijen zich vervolgens neer op de bank. En denk ook niet dat ze halverwege kunnen stoppen met een spel op de PS. Ik vraag het weleens, maar wordt dan weggehoond door twee verontwaardigde kinderen. Nog erger is het als ik met de stofzuiger voor de tv langs loop: "Nu ben ik 'dood', omdat jij ervoor stond mam!" Data Anders wordt het als een puber zelf iets wil. Dan komt er ineens een voortvarendheid voor de dag waar je u tegen zegt. Zo had kleine Puber het op zijn heupen met voetbalspullen. Nog voor vertrek slaagd...